Vruchtbare bijeenkomst met Fiat biedt toekomstperspectief

Eindelijk is er een inhoudelijk gesprek gevoerd betreffende de (Zuid-)Italiaanse Fiat-fabrieken. Gisteren vond er een uitgebreide ontmoeting plaats in Fiat’s grote FPT motorenfabriek (voorheen FMA) te Pratola Serra (foto onder). Zelfs burgemeesters uit alle Italiaanse deelgemeenten waar Fiat belangrijke productielocaties heeft waren hierbij aanwezig, namelijk die van Atessa (Fiat Professional), Cassino (C-segment fabriek), Cento (VM), Grugliasco (Maserati), Maranello (Ferrari), Melfi (B-segment fabriek), Pomigliano d’Arco (A-segment fabriek), Pratola Serra (motoren), Termoli (motoren) en Verrone (FPT transmissies). Gastheer waren Ennio D’Antonio de directeur van de fabriek in Pratola Serra en Paolo Rebaudengo. Deze laatste vrij onbekende man is niet bepaald de onbelangrijkste aanwezige, aangezien hij de officiële woordvoerder is namens het concern, maar vooral ook namens CEO Sergio Marchionne zelf. Enkel de burgervader van Turijn, Piero Fassino, was wegens werkzaamheden elders en dus niet van de partij.

Op de agenda stond uiteraard het productieplan voor verschillende locaties in het land, waar iedereen inmiddels enorm naar uitziet. Paolo Rebaudengo (foto onder) liet weten dat gedurende de eerste maanden van 2014, al heel veel tot in detail duidelijk zal worden gemaakt door niemand minder dan de CEO zelf. Volgens Fiat valt er veel te verwachten, maar is een volledige politieke medewerking van lokale en nationale overheid cruciaal om het plan goed vorm te kunnen geven. Fiat moet de productie in eigen land zo in veel sterkere mate op elkaar kunnen afstemmen en stroomlijnen.

De burgemeester van Cassino werd als eerste gerustgesteld en kreeg te horen dat er twee belangrijke Alfa Romeo’s geproduceerd zullen worden in de fabriek, waar nu nog slechts mondjesmaat Giulietta’s, Delta’s en Bravo’s van de band rollen. Bovendien zullen nieuwe modellen ook weer nieuwe productie met zich meebrengen, voor motoren en transmissiefabrieken als die in Termoli en Verrone, waar nu nog ver onder de volledige capaciteit wordt gefabriceerd. Pratola Serra kan vast uitzien naar een productietoename van 30%. De fabriek waar begin jaren ’90 vooral (vanaf) 2 liter vier- en vijfcilinder motoren werden geproduceerd en nu onder andere de 1750 TBI, kan nu in veel grotere mate gaan leveren voor de export. Toch is ook deze locatie dat circa 2500 motoren per dag in 86 verschillende uitvoeringen kan produceren, voorlopig nog slechts enkele dagen per maand open. De bespreking van gisteren is enkel het begin van een nieuw leven voor deze en andere fabrieken van het gemondialiseerde Fiat-concern.