SEVEL in Atessa produceerde al meer dan 7 miljoen bedrijfswagens

Nog altijd succesvol.

Corona en toeleveringsproblemen hebben zelfs in de grote bedrijfswagenfabriek van Stellantis de productie wat onder druk gezet de afgelopen jaren. Desalniettemin heeft men in Atessa vorige maand de 7 miljoen grens gepasseerd. Er waren de afgelopen jaren ook wel wat meevallers, zoals de toevoeging van de Opel Movano als gevolg van de vorming van Stellantis. Van 2015 tot 2018 produceerde men ook al een miljoen. Dit keer duurde het dus ietsje langer om datzelfde aantal te bereiken. Sinds jaar en dag wordt er in Abruzzo op succesvolle wijze busjes geproduceerd in samenwerking met Peugeot-Citroën. Tegenwoordig gaat het ook om volledig elektrische voertuigen, weliswaar vormt dit nog een klein deel. Tegen 2030 hoopt men dat dit 40% van de productie zal beslaan, aldus COO Uwe Hochgeschurtz.

Al ruim 40 jaar.

De productie startte bij Sevel in 1981 over een oppervlakte van 1,2 miljoen vierkante meter en met een maximale productiviteit van 1200 voertuigen per dag. Tegen 2030 hoopt Stellantis de inkomsten op lichtere bedrijfswagens te verdubbelen. Stellantis is marktleider op zowel de Europese als Zuid-Amerikaanse markt met respectievelijk 33,2% en 30,7% marktaandeel gedurende de eerste 6 maanden van 2022. Stellantis verkoopt ook de meeste commerciële EV’s met een aandeel van 50% gedurende de eerste helft van 2022. Atessa kan naar verwachting rekenen op een gezonde continuïteit, vooral als binnenkort ook een Toyota-versie van de FIAT Ducato in productie zal gaan. Deze zal tevens in het Poolse Gliwice worden geproduceerd.