Science Lab in Modena kloppend hart van Maserati

Maserati heeft haar Innovation Lab te Modena officieel geopend aan het publiek. Daar op de hoek van via Emilia Ovest en via C. Sallustio te Modena, werd in 2015 in het volste geheim aan het Giorgio platform voor Alfa Romeo gewerkt, door het zogenaamde ‘skunk team’. Het was de wens van Sergio Marchionne zelf, dat er een nieuw centrum zou ontstaan waar alle knowhow samen zou komen. Knowhow dat deels z’n oorsprong heeft op Maranello bij Ferrari (en Maserati in het verlengde daarvan) en deels in Turijn/Arese waar al decennia-lang is gewerkt, aan de innovatieve kracht van de Italiaanse auto.

Er staat een drietand op het pand, dat veel te maken heeft met de basis van waaruit FCA wil opereren de komende jaren, door Maserati neer te zetten als bron van nieuwe innoverende techniek in het hoogste segment. Iedereen weet dat Alfa Romeo daar officieel een onderdeel van is, hoewel het momenteel nog niet volledig tot uiting komt. De ontwikkeling van het Giorgio-platform kan echter wel gezien worden als een eerste voorbereiding, op een zelfstandig opererend Alfa Romeo, dat op vruchtbare wijze in grote mate afhankelijk is, van een mondiaal opererend vooraanstaand merk als Maserati. Hierdoor wordt er een solide basis gecreëerd waarop jarenlang kan worden voortgeborduurd.

Het gaat om een oppervlakte van 33.744 vierkante meter (waarvan 14.000 overdekt) en een personeelsbestand van 1100 mensen, waarvan de meerderheid ingenieur is. Een deel daarvan was al actief, toen het lab nog niet veel meer was dan een oude catacombe (opslagplaats voor de toelevering aan de Maserati-fabriek), waar met een grote mate van geheimhouding gewerkt werd. De werknemers komen uit 17 verschillende landen en hebben een gemiddelde leeftijd van 37 jaar oud (20% is jonger dan 30). Men werkt nauw samen met de centra in Grugliasco en Balocco. Behalve om de ontwikkeling van het nieuwe product, draait het in het Science Lab Maserati ook om de experimenten die men doet met uiterst geavanceerde simulatietechniek. Het kloppende hart van de innovatie voor FCA’s luxe-merken, staat onder directe supervisie van CEO Mike Manley, Maserati-baas Harald Wester en Davide Grasso. Andere leidinggevende namen zijn Joe Grace als technisch directeur (vervanger van Enrico Fedeli) en de teams onder leiding van Guglielmo Caviasso (digitale processen), Luca Dusini (simulaties tijdens de ontwikkelingsfase), Andrea Floccardi (Advanced Lab) en Vincenzo Petrella (Ergonomie en kwaliteit).

Drie afdelingen kenmerken het ontwikkelingscentrum dat voornamelijk uit simulatoren en laboratoria bestaat; De statische simulator, de dynamische simulatie (Dim / Driver-in-Motion) en het lab voor de ontwikkeling met de titel “User eXperience”, gericht op het gebruik. Deze geavanceerde ontwikkelingstechniek vervangt in grote mate en op adequate wijze de windtunnel en vooral de tests op de weg en het circuit (-40%). De simulaties zijn van het hoogst haalbare niveau en leveren natuurgetrouwe cijfers onder talloze omstandigheden, inclusief die van verschillende klimaatomstandigheden, of bijvoorbeeld op het gebied van comfort door het effect van gewicht- of geluidstoename en de functionaliteit van assisterende techniek. Het zijn dus zogenaamde supersimulatoren die elke fase van de ontwikkeling van het voertuig perfect aankunnen. Achter het stuur zitten intussen ervaren bestuurders zoals bijvoorbeeld voormalig GT Endurance coureur Andrea Bertolini. Elk bekend circuit wordt tevens virtueel bereden. Ingenieur Petrella zegt dat dit tot in elk detail nu mogelijk is en dat ook het waarborgen van het belangrijke typische ‘Maserati-geluid’ daar onderdeel van is, zelfs als het om elektrische aandrijving gaat. De ingenieur geeft nog niet prijs hoe dit precies zit.

De simulaties brengen prototypes tot stand die het eindproduct heel dicht naderen. Vanwege het hoogwaardige karakter van dat eindproduct is slechts het beste goed genoeg. Een van de uitdagingen is bijvoorbeeld dat in het geval van batterijen voor elektrische aandrijving, de juiste rijdynamiek en beleving wordt gevonden. Veel van de huidige tests zijn voor een belangrijk deel gericht op deze techniek, die vanaf 2020 steeds verder uitgerold zal worden. Overigens is er vanuit het team ook de bevestiging dat het lab een sleutelrol zal spelen in de alliantie met PSA. De toekomst ligt nu definitief open.