Raad voor Italiaanse autoindustrie luidt de noodklok
Het is lang geleden dat Italië een bruisende Italiaanse autoindustrie had (foto boven), waarbij fabrikanten en toeleveranciers tot de grootste werkgevers van het land behoorden en de economie op het schiereiland danig lieten groeien. Dit jaar wordt bijvoorbeeld een absoluut dieptepunt bereikt en valt de automarkt terug tot omstandigheden, die voor het laatst werden bereikt in het verre 1979. De raad voor Italiaanse autoindustrie Anfia (bestaat nu 100 jaar), doet een noodoproep aan de regering in Rome om hier op radicale wijze iets tegen te doen. Overigens houdt de regering Monti zich alles behalve afzijdig in deze kwestie, gezien de reactie van minister Passera eind vorige week. Maar misschien is het juist de uitspraak van de minister van economische ontwikkeling, over dat het fabrikanten niet kan dwingen om te blijven, wat de industrie zorgen baart. Het kan namelijk leiden tot een afwachtende houding.
Qua auto’s worden er nu nog maar 400.000 geproduceerd (veel minder dan de beoogde 1 miljoen) tegen de 1,9 miljoen van Frankrijk en de 5,8 miljoen uit Duitsland. Volgens Anfia, de raad waar Fiat vorig jaar overigens uitstapte, is er een kritieke ondergrens bereikt. Een deel van de bestaande producenten van componenten voor de autoindustrie, lopen risico dat ze moeten sluiten, krimpen of verkassen.
Het is dan ook juist deze groep producenten die om bijzondere maatregelen vragen nu. Er zijn ondanks dat ook positieve berichten, want veel producenten -die grotendeels in Noord-Italië gevestigd zijn- hebben zich gespecialiseerd en zijn geglobaliseerd in de afgelopen jaren. Tweederde doet het goed in het buitenland, maar staan wat de binnenlandse situatie betreft onder druk in eigen land. Des te meer reden om in te grijpen en vooruit te zien, zegt Mauro Ferrari van de Anfia-afdeling voor de componentenindustrie. Deze fabrieken zijn goed voor maar liefst 180.000 arbeidsplaatsen, 5% van de Italiaanse export en 3% van het Bruto Binnenlands Product. Overigens staat Anfia niet vijandig tegenover de zelfstandige koers die Fiat vaart. Integendeel; Ferrari noemt de tegenslag die de autofabrikant uit Turijn tegenkomt in de kwesties met vakbond Fiom, een verergering van een nationaal probleem. Fiat doet wat het kan, zegt Ferrari. Overigens zijn steeds minder producenten afhankelijk van Lingotto (minder dan 40% landelijk gezien en minder dan 50% in Piemonte).
Wat zou dat ingrijpen dan moeten inhouden?
het geloof in de italiaanse economie is inmiddels volledig belachelijk gemaakt door zowel Berlusconi als de vakbonden., en aan de andere kant het gedrag van de italiaanse consument, die liever in een golfje rijdt.. vinden ze het vreemd dat niemand een italiaanse auto serieus neemt?
trouwens…
als ik zou mogen kiezen tussen een fiat of alfa die in italie of in polen is geproduceerd, zou mijn voorkeur ook uitgaan naar de poolse versie…
In bv. Frankrijk roept Hollande al op vooral Franse auto’s te kopen i.v.m. het aangekondige massaontslag bij PSA.
Italianen kopen echt nog steeds voornamelijk FGA-producten, het probleem is vooral dat de meeste Italianen zich geen nieuwe auto meer kunnen veroorloven. De enige concurrentie waar Fiat zich in de kleinere segmenten echt druk om moet maken zijn de Koreanen die niet alleen betere auto’s bouwen maar zich bovendien onderscheiden met 7 jaar garantie in plaats van een waardeloze aftersales.