Mister Targa Florio Nino Vaccarella is heengegaan

Siciliaanse racelegende.

Hij was zo’n levende bijna mythische figuur, Nino of Ninni (zoals hij ook wel werd genoemd) Vaccarella. Alfisti weten waarom en Ferraristi ook. Z’n carrière begon bovendien via andere merken als Fiat, Lancia en Maserati. Hij was de belichaming van datgene waar generaties kleine en grote autosportliefhebbers zich mee identificeerden. Een levend stuk Italiaanse, maar vooral ook Siciliaanse racegeschiedenis vol cliffhangers en prachtige triomfbogen. Deze geboren Palermitaan was één met die geschiedenis en droeg dat dagelijks uit. Hij vertelde en schreef er veelvuldig over en keek er altijd bloedserieus bij. Deze kroongetuige is ons liefhebbers uiteindelijk dus ook ontvallen. Donderdag overleed hij in het Ospedale Civico te Palermo, waar hij al een tijdje was opgenomen. ‘Il Professore’ of ‘il Preside Volante’ (Preside = Romeinse titel voor hooggeplaatste gouvernant of leider van een instituut/school) werd hij vanwege zijn enorme ervaring en toegewijde houding genoemd. De titel van professor kreeg hij simpelweg ook omdat hij samen met zijn zus na de dood van z’n vader leiding gaf aan een (technisch) opleidingsinstituut Alfredo Oriani te Palermo. Nino’s vader probeerde z’n durfal van een zoon vanwege het risico overigens af te remmen in z’n passie voor auto’s en snelheid. Toch begon hij eind 1956 te racen met de Fiat 1100 van diezelfde vader. Hij deed de klim van de Passo di Rigano-Bellolampo en werd vijfde. Hij koopt in dat jaar een Lancia Aurelia 2500, waarmee hij zichzelf meermaals in de schijnwerpers werkte. Volgens Vaccarella zelf deed hij in de Lancia de ervaring op die hij nodig had. Het was een snelle maar lastige auto.

Koning van de Targa Florio.

Vaccarella bleef in z’n eerste jaren werken aan z’n stuurmanskunsten zonder zich beter dan een ander te wanen. Inmiddels reed hij een Maserati Barchetta 2.0 (1959) en een jaar later reed hij in een Birdcage. Hij versloeg steeds meer coureurs met een goede naam. Eerst regionaal, daarna nationaal. Dat laatste deed hij in de Scuderia Serenissima (1961) van graaf Volpi waar de snelste wagens beschikbaar waren. De beroemde Siciliaanse race wordt natuurlijk vaak met initiator Vincenzo Florio geassocieerd, maar evengoed met Vaccarella. Hij won ‘m driemaal en enkele keren bijna. Hierdoor eigende hij zich de Targa Florio als het ware door zijn prestaties min of meer toe. Het werd ‘Nino’s’ race. Vaders en zonen werden zijn idolen vanwege zijn ongekende moed en doorzettingsvermogen. Hij bracht de vaak arme Siciliaan bovendien een groot gevoel van ultieme trots. Hij was de enige Siciliaanse coureur met internationaal aanzien.

Het ontzag voor en respect van Ferrari.

Vaccarella was een loyale coureur die moeite had om mensen die hem een kans gaven de rug toe te keren. Daarom sloeg hij het eerste aanbod van Ferrari af (1962). Ferrari kon dat wel waarderen en hield hem stilletjes in het oog. In 1963 was het wel een feit. Met de Ferrari P2 begon een indrukwekkende Internationale zegereeks. Enzo Ferrari, oftewel ‘il Commendatore’, boezemde iedere coureur en dus ook Vaccarella, hoewel hij hem zelden persoonlijk sprak, de nodige angst in vanwege zijn veeleisendheid. Ferrari noemde Vaccarella een ’temperamentvol talent’. Bij Ferrari beleefde Vaccarella mooie overwinningen zoals Sebring, Daytona, Nurburgring en Le Mans en Coppa Intereuropa di Monza met een 250 LM (1964). De zo geliefde Targa Florio volgde in 1965 met een 275 P2. Vaccarella werkte toen voor technisch directeur Forghieri en Dragoni. Hij stond ook dichtbij de mensen van de fabriek in Maranello zoals Gozzi en Valerio. Zijn jaren bij Ferrari eindigde met enkele flinke teleurstellingen inclusief een slecht verlopen Targa Florio in 1967 met een 330 P4. Gelukkig volgde er nog een korte terugkeer bij de renstal van Maranello en won Vaccarella in 1970 nog 12 uur van Sebring in een 512 S. Vaccarella was gedisciplineerd maar geen ongevoelig mens. Soms was dat in zijn nadeel. De loyaliteit die hij voelde remde hem naar eigen zeggen af om een volgende stap in z’n carrière te kunnen zetten. Naar Ford of Porsche bijvoorbeeld. Hij was tegelijkertijd iemand die altijd z’n eigen boontjes moest doppen vooral aan het begin van z’n carrière. Tot 1962 had hij daarbij een trouwe monteur aan z’n zijde genaamd Gino Alterio.

Alfa Romeo.

Maar het meest blij zal Vaccarella geweest zijn met zijn overwinning tijdens de Targa Florio van 1971 in een Alfa Romeo 33. Met de TT12 behaalde hij in 1975 nog een laatste zoete overwinning voor het thuispubliek. Een mooiere manier om er mee te stoppen was er niet. Op 40 jarige leeftijd en na 18 jaar hing Vaccarella z’n stuur in de wilgen. Na zijn carrière als coureur deed hij het als teambaas nog eens dunnetjes over. Serieus en volhardend als altijd. Niemand wilde Nino boos meemaken omdat iemand de kantjes er vanaf liep. Zelf verzaakte hij nooit. Nino volgde altijd zijn eigen parcours zonder zich door anderen te laten sturen. Dat zijn carrière juist daardoor een ongekend succes werd maakt van hem een soort ‘Homo Universalis’ op racegebied.

Hieronder het Italiaanstalige overzicht van Nino Vaccarella’s carrière:

1956
5° di classe alla Passo di Rigano – Bellolampo su Fiat 1100/103

1957
3° di classe alla Monte Erice su Lancia Aurelia B20 2500
1° di classe alla Sorrento – Sant’Agata su Lancia Aurelia B20 2500
1° di classe alla Colle San Rizzo su Lancia Aurelia B20 2500
5° di classe sul Circuito di Vallelunga su Lancia Aurelia B20 2500

1958
3° di classe alla Montepellegrino su Lancia Aurelia B20 2500
3° di classe sul Circuito di Ganzirri su Lancia Aurelia B20 2500
10° ass.to e 3° di classe al Giro delle Calabrie su Lancia Aurelia B20 2500
2° di classe alla Monte Erice su Lancia Aurelia B20 2500
6° di classe alla Sassi – Superga su Lancia Aurelia B20 2500
2° di classe alla Coppa Gallenga su Lancia Aurelia B20 2500
2° ass.to e 1° di classe alla Sorrento – Sant’Agata su Lancia Aurelia B20 2500
1° ass.to alla Passo di rigano – Bellolampo su Lancia Aurelia B20 2500
2° ass.to alla salita Avola su Lancia Aurelia B20 2500

1959
1° ass.to alla Valdesi – Santa Rosalia su Maserati 2000 4 cil.
10° ass.to e 3° di classe alla Targa Florio su Maserati 2000 SI con Salimecos
1° ass.to alla Montepellegrino su Maserati 2000 4 cil.
1° ass.to sul Circuito di Pergusa su Maserati 2000 4 cil.
1° ass.to alla Monte Erice su Maserati 2000 4 cil.
1° ass.to alla Sassi – Superga su Maserati 2000 4 cil.
3° ass.to alla Pontedecimo – Giovi su Maserati 2000 4 cil.
1° ass.to alla Catania – Etna su Cooper Maserati

1960
4° ass.to e 3° di classe sul Circuito di Posillipo su Maserati 2000 4 cil.
7° ass.to sul circuito di Caserta su Maserati 2000 4 cil.
1° ass.to al Passo della Mendola su Maserati 2000 4 cil.
3° ass.to alla Trento – Bondone su W.R.E. 2000
6° ass.to alla Trieste – Opicina su W.R.E. 2000
1° ass.to alla Monte Erice su Maserati 2000 4 cil.
7° ass.to alla Catania – Etna su Maserati 2000 4 cil.
1° ass.to al Colle San Rizzo su Maserati 2000 4 cil.

1961
4° ass.to e 2° di classe alla Targa Florio su Maserati 2890 in coppia con Trintignant
3° ass.to al GP. di Vallelunga di Formula 1 su Cooper Maserati
3° ass.to alla 1000 km. di Parigi su Ferrari 250 GT in coppia con Trintignant
3° ass.to sul circuito delle Bahamas su Maserati 2890

1962
6° ass.to al GP. Di Pau di Formula 1 su Lotus climax
3° ass.to alla Targa Florio su Porsche RS61 Coupè 8 cil. in coppia con J. Bonnier
1° di classe a Clermond Ferrant su Ferrari Testa Rossa
15° ass.to al Gp. di Germania su Porsche F1 4 cil.
2° ass.to e 1° di classe alla Ollon – Villars su Ferrari Testa Rossa
9° ass.to al GP. D’Italia di Formula 1 su Lotus Climax

1963
2° ass.to alle 12 ore di Sebring su Ferrari 250P in coppia con W. Mairesse

1964
2° ass.to alle 12 ore di Sebring su Ferrari P2 in coppia con Ludovico Scarfiotti
1° ass.to alla 1000 Km. Nurburgring su Ferrari 275 P in coppia con Ludovico Scarfiotti
1° ass.to alle 24 ore di Le Mans su Ferrari 275 P in coppia con J. Guichet
11° ass.to e 4° di classe alle 12 ore di Reims su Ferrari GTO in coppia con P. Rodriguez
1° ass.to alla Coppa Intereuropa (Monza) su Ferrari 250 LM

1965
1° ass.to alla Targa Florio su Ferrari 275 P2 in coppia con Lorenzo Bandini
4° ass.to e 1° di classe alla 1000 km. Nurburgring su Ferrari Dino in coppia con L. Bandini
2° ass.to e 1° di classe alla Montepellegrino su Alfa Romeo TZ
7° ass.to alle 24 ore di Le Mans su Ferrari 365 P in coppia con P. Rodriguez
1° ass.to alla Monte Erice su Ferrari 250 LM
12° ass.to al GP. D’Italia di Formula 1 su Ferrari 158 8 cil.

1966
1° ass.to al rally Jolly hotel su Alfa Romeo GTA in coppia con Pinto

1967
5° ass.to e 1° di classe alla 12 ore di Sebring su Ford GT 40 in coppia con Umberto Maglioli
4° ass.to alla 1000 Km. di Monza su Ferrari P3 in coppia con Muller
1° ass.to a Pergusa su Ford GT 40
3° ass.to alla 500 Km. di Zeltweg su Ford GT 40 in coppia con U. Maglioli
2° ass.to alla Monte Erice su Ferrari Dino

1968
5° ass.to e 1° di classe alla 24 ore di Daytona su Alfa Romeo 33/2 in coppia con Udo Schutz
10° ass.to e 5° di classe alla 1000 Km. Nurburgring su Alfa Romeo 33/2 in coppia con Schultze
5° ass.to al Circuito del Nurburgring su Alfa Romeo GTA in coppia con Casoni
1° ass.to sul Circuito del Mugello su Alfa Romeo 33/2 in coppia con Bianchi e Galli
1° ass.to alla 500 Km. di Imola su Alfa Romeo 33/2 in coppia con Teodoro Zeccoli

1969
15° ass.to alla 1000 Km. Nurburgring su Alfa Romeo 33/3 in coppia con De Adamich
5° ass.to e 3° di classe alla 24 ore di Le Mans su Matra 630 (3000) in coppia con J. Guichet
3° ass.to sul Circuito di Hockenheim su Alfa Romeo 33/3
3° ass.to sul Circuito del Mugello su Lola in coppia con De Adamich
1° ass.to sul circuito di Pergusa su Alfa Romeo 33/3

1970
1° ass.to alle 12 ore di Sebring su Ferrari 512 S in coppia con I. Giunti e M. Andretti
2° ass.to alla 1000 Km. di Monza su Ferrari 512 S in coppia con I. Giunti e C. Amon
3° ass.to e 1° di classe alla Targa Florio su Ferrari 512 S in coppia con I. Giunti
3° ass.to e 1° di classe alla 1000 Km. Nurburgring su Ferrari 512 S in coppia con J. Surtees
4° ass.to alla 1000 Km. di Spa su Ferrari 512 S in coppia con I. Giunti
1° ass.to alla Cefalù – Gibilmanna su Abarth 2000

1971
5° ass.to e 3° di classe alla 1000 Km. di Monza su Alfa Romeo T33/3 in coppia con T. Hezemans
1° ass.to alla Targa Florio su Alfa Romeo T33/3 in coppia con T. Hezemans
5° ass.to alla 1000 Km. Nurburgring su Alfa Romeo T33/3 in coppia con T. Hezemans
2° ass.to e 1° di classe alla 1000 Km. Osterrichring su Alfa Romeo T33/3 in coppia con T. Hezemans
4° ass.to e 2° di classe alla 24 ore di Spa su Alfa Romeo GTAM in coppia con Berger

1972
9° ass.to alla 1000 Km. Buenos Aires su Alfa Romeo T33/3 in coppia con Pairetti
3° ass.to alla 12 ore di Sebring su Alfa Romeo T33TT3 in coppia con T. Hezemans
4° ass.to alla 24 ore di Le Mans su Alfa Romeo T33TT3 in coppia con De Adamich
1° ass.to alla Coppa Nissena su Osella 2000

1975
1° ass.to alla Targa Florio su Alfa Romeo 33TT12 in coppia con A. Merzario

Deel dit artikel:

2 gedachten over “Mister Targa Florio Nino Vaccarella is heengegaan

  • 23 december 2021 om 01:23
    Permalink

    Veel herinneringen aan Nino te zien in museo Targa Florio in Collesano ( Sicilië)
    Ik was er in 2019, klein museum, voor de liefhebber.

    Beantwoorden

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.