Mirafiori: De grootste autofabriek van Europa bereikt laagste productie ooit
Fiat Mirafiori; de afgelopen 12 maanden rolden er slechts 70.000 nieuwe auto’s uit de fabriek waar ooit bijna een miljoen op jaarbasis het pand verlieten. Afgelopen zomer schreven we al over de akelige stilte in deze gigantische fabriek, waarvan zelfs Mussolini voor de bouw aan Agnelli had laten weten, dat hij het eigenlijk te groot vond (en te kwetsbaar voor bombardementen), ook al bewonderde hij de monumentale hardwerkende aanpak van de Torinesen. De tweede fabriek na Lingotto werd uiteindelijk in mei 1939 geopend aan de Via Tazzoli. Ondanks dat we maandag nog schreven dat er voor de fabriek een grote investering aan zit te komen, geloven veel mensen vandaag nog altijd dat het complex uiteindelijk slechts in een museum zal veranderen ter ere van de Italiaanse autoindustrie. Marchionne’s bezoek in 2006, toen hij de GrandePunto bracht die even later ook weer verdween, was het laatste moment dat men nog goede hoop had. Een aanstaande investering van 1 miljard euro klinkt voor hen die daar werken haast ongeloofwaardig. Inmiddels zijn er alleen nog strategisch minder belangrijke modellen in productie (MiTo, Idea, Musa), die bovendien alleen op gezette tijden van de band rollen.
Marchionne tijdens een van zijn eerste bezoeken aan Mirafiori. Fiat was bijna failliet.
Het jaar 2011 gaat de boeken in als slechtste productiejaar sinds de tweede wereldoorlog. Wijlen Umberto Agnelli zei ooit dat om deze kolos rendabel te houden er minimaal 1000 auto’s per dag geproduceerd zouden moeten worden. Voor dit jaar had Fiat gerekend op een aantal van 83.000, maar door de recente crisis die voorlopig alleen nog maar erger lijkt te worden, zijn het er uiteindelijk 65.000 geworden. Daarvan waren ongeveer 42.000 exemplaren een MiTo en de rest bestond uit Musa’s en Idea’s. Deze kleine MPV’s gaan overigens het komende jaar uit productie.
Begin jaren ’70 lag het jaarlijkse aantal op 60.000 en tot de dag van vandaag kwam Mirafiori niet meer in de buurt van dat aantal, maar produceerde men jaarlijks een veel hoger getal. Al met al een triest gegeven voor de fabriek met de meest indrukwekkende CV van Italië. Van Topolino tot MiTo zijn hier nieuwe exemplaren op transport gezet. In 2002 werkten er nog bijna 10.000 werknemers en inmiddels zijn dat er 5400. De fabriek van Rivalta een stukje verderop ging zelfs dicht (1100 werknemers, laatste productie; Lancia Lybra). De werknemers die aan de MiTo werkten, stonden de eerste 11 maanden slechts 91 dagen in de fabriek (149 thuis). Mensen die zich bezig hielden met de Musa en Idea waren zelfs maar 43 dagen aanwezig (197 thuis). Dit jaar haalde de fabriek een maximale productie van 300 auto’s per dag.
Mirafiori in betere tijden.
Het wonder van Pomigliano d’Arco is dus iets wat men in Mirafiori heel goed zouden kunnen gebruiken, al heeft Marchionne zelf al aangegeven dat 2012 nog een erg moeilijk jaar zal worden. Hopelijk start er in 2012 inderdaad de opbouw van nieuwe assemblagelijnen die in de loop van het jaar erna in gebruik kunnen worden genomen. Het zou het beste zijn wat deze historisch gezien belangrijkste Fiat-fabriek zou kunnen overkomen de komende 12 maanden. In 2014 zou men dan weer met gemak het belangrijke aantal van 1000 auto’s per dag kunnen halen. Voor Mirafiori is in ieder geval het uur ‘U’ al aangebroken.
In de italiaanse media is al officieel vermeld (recentelijk) dat Pomiglano de blauwdruk gaat worden voor Mirafiori. Door Marchionne persoonlijk is vermeld dat op basis van de nieuwe B-wide modellen voor Fiat en Jeep gebouwd gaan worden. Goede hoop een een veel betere toekomst dus!
Ja, maar wel één die nog wel even duurt. Ik vind het ook onbegrijpelijk dat Fiat investeert in Servië als ze in Italië zoveel productiecapaciteit over hebben. De Mito en Punto komen straks op hetzelde platform als de ‘Ellezero’ te staan dus dat lijkt me een gevalletje van synergievoordelen als al die modellen in een fabriek worden gebouwd.
Dat Fiat in Servië investeert heeft twee belangrijke redenen. Allereerst is er een verplichting die lang geleden was ondertekent, maar minstens zo belangrijke zijn de enorme kostenvoordelen voor Fiat ten opzichte van productie in Italië. De kosten zijn zo enorm laag door het salarisniveau in Servië en omdat Fiat de komende jaren er vrijwel geen belasting hoeft te betalen. Het belastingvoordeel is omdat Fiat door de fabriek de regio en het land helpen ontwikkelen. Genoeg redenen dus om in Servië te produceren.
En wat dacht men van de vakbonden in Italie.
Wanneer zij het op de heupen krijgen ligt de produktie zo plat en dan is het beter om het risico te spreiden.
Nooit gokken op 1 paard.
Met de belabberde arbeidsmoraal van de werknemers en de allesbepalende vakbonden, en met de lamlendige politieke situatie van de afgelopen 25 jaar is het volkomen logisch dat Fiat overal wil produceren, als het maar niet in Italie hoeft. Dat is helaas voor bijna iedere ondernemer volkomen logisch en het is dan ook een kwestie van tijd dat er geen enkele Fiat meer geproduceerd wordt in dat land, of dat Fiat aan deze toestand ten onder gaat (als ze er wel blijven).