Fiat wil Arese niet loslaten en laat callcenter zitten waar het zit
De wolken boven Arese worden steeds donkerder. Eigenaar Fiat heeft nu na een tijd van stilte te kennen gegeven het besluit van begin dit jaar, waarin staat dat het geen auto’s uit het Museo Storico mag verplaatsen, zal aanvechten via de rechter. Uit protest blijft het museum voorlopig dicht. Dat er geen koude oorlog tussen Turijn en Milaan meer is, maar meer een hete strijd aan het hek van de voormalige fabriek, blijkt ook uit het feit dat Fiat het Alfa Romeo Callcenter in Arese wil houden. Daar werken sinds 1997 500 talenknobbels die klantenvragen beantwoorden van Alfa Romeo-bezitters uit heel Europa. Eind jaren ’90 vormde dit een belangrijk onderdeel van een plan om in Arese de nodige bedrijvigheid gaande te houden, zodat ook ander bedrijven zich rond het voormalige Alfa Romeo-hart zouden blijven vestigen.
Deze 500 bellende ‘laatste der Mohikanen’ vormen letterlijk de enige levenslijn met Turijn, nadat in 2009 ook het Centro Stile is vertrokken. Ooit werkten er 20.000 mensen op dit immense complex. Ongeveer 150 werknemers zullen na een lange onzekere periode deels weer aan het werk kunnen bij de Magneti Marelli-fabriek in Corbetta. Momenteel vertrekt het laatste personeel dat zich nog met de commercialisatie van het merk bezig hield ook uit Arese. Inmiddels is het 10 jaar geleden dat er nog een enkele auto geproduceerd werd op deze locatie (De GTV in 2000 als laatste Alfa en tot twee jaar daarna de elektrische Fiat Seicento/600 en Multipla op aardgas).
Door de aanvechting van Fiat wat betreft het museum en het feit dat dus niet alle deuren zullen sluiten, kunnen we misschien stellen dat Fiat de fabriek uit 1963 niet helemaal wil verlaten, maar dat het wel de volle zeggenschap wil hebben over het complex.