Fiat tekent voor herstel oorlogsmonument in Turijn

Even een feitje dat heel mooi schetst hoe Fiat eigenlijk nog nauw verbonden is met de stad waar het eind negentiende eeuw begon met het bouwen van auto’s. Het laat trouwens ook zien hoe veelzijdig het zeer drukke baantje van Sergio Marchionne is. Morgen moet de CEO zich namelijk om 11:30 melden in de bekende rode zaal (Sala Rossa) van het Palazzo Civico in de Piemontese hoofdstad. Daar zal hij namelijk samen met Exor voorman John Elkann (en burgemeester Piero Fassino) ondertekenen dat Fiat eens is met de restauratie van ‘il Faro della Vittoria’, oftewel ‘het lichtbaken van de victorie’ dat een monument is ter nagedachtenis van de Italiaanse duur betaalde overwinning in de Grote Oorlog (WO I). Je zult je afvragen wat Fiat hiermee te maken heeft, maar dit 18,5 meter hoge standbeeld van een gevleugelde dame met lantaarn, werd in 1928 geschonken door de oprichter van Fiat, Giovanni Agnelli.

Het op drie na grootste bronzen beeld ter wereld dat dus al 85 jaar op een van de twee toppen van de Colle della Maddalena, boven de groene heuvels uitsteekt ten oosten van de stad en in het Parco della Rimembranza (herdenkingspark) staat, is er slecht aan toe maar zal in november weer in ere hersteld zijn. Het beeld is van de hand van beeldhouwer Edoardo Rubino. In Trieste staat een vergelijkbaar standbeeld bovenop een symbolische grote vuurtoren van meer dan 60m ter nagedachtenis van de gevallenen op zee in dezelfde oorlog. Eveneens een letterlijk lichtpunt dat een zeer donkere periode in de geschiedenis van de Italiaanse republiek markeert. Deze tekst staat op de sokkel van het beeld in Turijn:

« ALLA PURA MEMORIA

ALL’ALTO ESEMPIO
DEI MILLE E MILLE FRATELLI COMBATTENTI
CHE LA VITA DONARONO
PER ACCRESCERE LA LUCE DELLA PATRIA
A PROPIZIAR COL SACRIFICIO L’AVVENIRE
IL DUREVOLE BRONZO
LA RINNOVANTE SELVA
DEDICANO
GLI OPERAI DI OGNI OPERA
DAL LORO CAPO GIOVANNI AGNELLI
ADUNATI SOTTO IL SEGNO
DI QUELLA PAROLA BREVE
CHE NELLA GENESI
FECE LA LUCE

FIAT LUX: ET FACTA EST LUX NOVA
MAGGIO MCMXV – MAGGIO MCMXXVIII »