De Tomaso heropent fabriek in Livorno

Dinsdag knipte Gian Mario Rossignolo het lintje door van z’n eigen vernieuwde fabriek. De voormalige Delphi-fabriek in deelgemeente Guasticce nabij Livorno, is nu een belangrijke productielocatie voor zijn eigen label. Het is een nieuw hoofdstuk in het jongensboek van de oude voormalige CEO van Fiat. Het verhaal krijgt steeds meer vorm nu de productielocatie voor het onderhuidse gedeelte van de De Tomaso’s klaar is. Vroeger was de fabriek een moderne faciliteit van de Brovedani groep, maar vanaf vandaag viert Rossignolo dus zijn positie als zelfstandige autobouwer pas echt.

Voor de 146 werknemers van de fabriek is het een grote opluchting. Zij namen 5 jaar geleden de oude baas in vertrouwen en hadden tot 2009 vrijwel niets te doen. Vanaf 28 maart zullen zij in een starttraject komen richting de volledige productie. Dit begint met de techniek voor de Deauville natuurlijk en later volgt ook nog de reïncarnatie van de Pantera. De hypermoderne autofabriek is goede impuls voor de regionale economie. De president van de regio Enrico Rossi en burgemeester Alessandro Cosimi, noemden het dan ook een resultaat waar de overheid  met volle overtuiging en op alle mogelijke manieren aan mee heeft geholpen.

Rossignolo kan samen met zijn zoon, overigens niet te lang bij dit heugelijke feit stilstaan, want naast deze fabriek en die in Grugliasco, ligt de focus nu op de fabriek in Termini Imerese. Daar gaan dit jaar de laatste stekkers uit de productie van de Lancia Ypsilon en zullen de logo’s van Fiat na ruim 40 jaar definitief uit het complex verdwijnen. De Tomaso is een van de ondernemingen die een belangrijke rol zullen spelen bij de zorgvuldige planning van een nieuwe bestemming, dat nu al een jaar aan de gang is. Rossignolo zegt daarbij dat geduld een schone zaak is. Intussen worden de werknemers in Termini Imerese steeds onrustiger bij een groot gebrek aan duidelijkheid over wat hen te wachten staat. Voor hen is het nog erg onduidelijk wie er straks bij De Tomaso werkt.