Chrysler groeit tot ongekende hoogte dankzij goede kwaliteit
Fiat-Chrysler sluit het tweede kwartaal af met zeer indrukwekkende cijfers. Een nettowinst van 436 miljoen dollar, wat gelijk is aan 141% meer in vergelijking met de 181 miljoen dollar over dezelfde periode vorig jaar. De omzet komt op 16,8 miljard dollar, wat 23% meer is dan in 2011. Ook de nettoschuld is dit kwartaal aanzienlijk teruggelopen. De verkoop cijfers blijven enorm groeien met een +22% over het tweede kwartaal (582.000 auto’s). De recente introductie van de Dodge Dart doet nu Fiat terecht hopen op nog sterkere groeicijfers in de tweede helft van dit jaar. Men rekent sowieso op een omzet van 65 miljard dollar en een nettowinst van 1,5 miljard dollar tegen eind december. Mondiaal denkt Fiat eind 2012 tussen de 2,3 en 2,4 miljoen auto’s te hebben verkocht. Dit ondanks teruglopende Europese verkoopcijfers, met ook in juli weer een negatieve uitschieter op de Italiaanse markt van -32%.
Sergio Marchionne noemt dit succes het gevolg van een constante inzet om alle merken binnen de groep aan de juist kwaliteit en waarden te helpen. Marchionne is momenteel in ItaliĆ« voor wat moeilijke gesprekken met de bonden over de Italiaanse en Europese marktcondities en uiteraard de gevolgen voor de industrie in ItaliĆ«. Iedereen hoopt meer inzage in de volgende concrete stappen van Fiat, betreffende de productie in Italiaans fabrieken. Vooral Mirafiori hoopt op het definitief in gang zetten van de ‘Newco’. Morgen verwacht men daarover een uitspraak van de CEO. In juni sprak de algemeen directeur in Turijn al over goed exportmogelijkheden dankzij het succes van Chrysler, mits onder de juiste voorwaarden gewerkt kan worden. De Italiaanse justitie en politiek stellen de laatste tijd steeds vaker Fiat in het gelijk wat dit aangaat.
Over het akkefietje met Volkswagen in relatie tot de discussies binnen het ACEA, doet Marchionne nog geen uitspraken. Brussel nam alvast wel een standpunt in; Vicepresident en verantwoordelijke voor de industrie Antonio Tajani verklaarde dat het niet de taak van de EU is om een fabrikant gelijk of ongelijk te geven. Kortom de politiek in Brussel wil z’n vingers niet branden aan een gevecht binnen de autoindustrie.