40 jaar compacte luxe
Deze week is het 40 jaar geleden dat de stadslimousine werd geboren.
De Lancia Ypsilon is op dat gebied al jaren een begrip. En ook al heeft Lancia voor dat idee van compacte luxe, vooral het DNA van de historische Aprilia als voorbeeld gebruikt, de oer-Lancia stadslimousine is toch echt wel de Autobianchi A112. Het is dus niet vreemd dat dat unieke merkje al in een vroeg stadium onder Lancia dak werd geïncorporeerd met dit model, totdat de laatste Autobianchi Y10 vlekkeloos transformeerde tot een Lancia. De A112 zag inmiddels 40 jaar geleden het daglicht. Als kind herinner ik me deze uitzonderlijke mini vooral als dat snelle bommetje, met dikwijls een dubbele uitlaat en Abarth logo. Klein maar met bakken sexappeal.
In 1969 werd de eerste A112 gepresenteerd op de autosalon van Turijn. Als opvolger voor de legendarische Bianchina uit de jaren ’50 van dit autohuis uit Desio. Dit oude op de Fiat 500 gebaseerde model was behoorlijk populair en moest dus een waardige opvolger krijgen. Een tweede hoofdstuk in de geschiedenis als autobouwer van kleine maar opmerklijke auto’s. Het Milanese merk kreeg na de oorlog in samenwerking met Fiat en Pirelli een nieuw leven, en deed dat met succes dankzij de introductie van een echte lifestylicoon de ‘Bianchina’ (uit te spreken als ‘Bian-k-ina’). Daarvoor had de oprichter Edoardo Bianchi vooral naam gemaakt dankzij fietsen, motorfietsen en bedrijfswagens (Bianchi fietsen worden nog steeds gemaakt). Fiat hielp Autobianchi en hiermee ook zichzelf om voortaan een niche alternatief te kunnen bieden, voor andere kunststukjes op basis van Fiat’s, door carrosserie huizen als Vignale en Moretti. (Fiat modellen werden toen door carrosseriebouwers gewoon nog opgekocht om er zelf nieuwe modellen van te maken) Eenzelfde rol vervuld de Lancia Ypsilon vandaag, om zo een unieke stadsauto te kunnen aanbieden, ten opzichte van wat er al op de markt verkrijgbaar is. Een jaar voor de introductie van de A112 werd Autobianchi organisatorisch ondergebracht bij Lancia dat ook nog maar net was overgenomen. Kort daarna gingen andere Autobianchi modellen zoals de Primula en de A111 uit productie en bleef alleen de A112 nog over. Vanaf dat punt was Autobianchi een 1-model-merk.
En die moderne ‘Bianchina’ bleek een succes, want de A112 sprak velen tot de verbeelding. De A112 was het beste antwoord van Fiat op de populaire Mini cooper die in Italië onder Innocenti vlag werd verkocht. Helemaal toen er een Abarth-versie van op de markt verscheen. Het ontwerp van de A112 staat op naam van niemand minder dan Dante Giacosa. De grote man achter ondermeer de geniale Fiat 500. Deze stadauto was uniek omdat de aandrijving en de motor nu voorin zaten. Later werd het onderstel van de A112 ook als donor gebruikt voor de Fiat 127. Door deze techniek ging de A112 direct door voor luxe stadsauto. Een topmodel dus, hét kleine vlaggenschip uit Italië. Halverwege de jaren ’70 heette de A112 buiten Italië en Frankrijk overigens al Lancia A112. De luxe stadsauto was comfortabel genoeg, want de A112 was 3,23m lang, 1,48m breed, en 1,34cm hoog. Met een grote achterklep, een bagageinhoud van 180 liter en neerklapbare achterbank, was de A112 zelfs een ruimtewondertje te noemen.
De auto ging in begin 1970 in de verkoop. Bij de introductie kon je alleen de versie met 903cc, 4 cilinder ‘Aste e bilanceri’ blok krijgen met 44 pk. Een jaar later kwamen daar twee varianten bij; voorzien van een luxer interieur, kocht je een variant met vernieuwd 903 blok met 47 pk. En helemaal ultiem was de nieuwe Abarth versie met een 982cc inhoud, goed voor 58 pk. Herkenbaar aan een zwarte motorkap en unieke grille. De A112 was bijzonder dankzij haar driedeurs layout en had mede daardoor een lang leven in het vooruitzicht. De A112 kreeg maar liefst 7 updates voordat het met pensioen ging.
In 1973 kwam de tweede serie uit. Het modellengamma bestond voortaan uit de versies ‘Normale’, ‘Elegant’ en ‘Abarth’. Dit had vooral met esthetische veranderingen in de details te maken. Velgen en bumpers waren voortaan volgens de laatste mode (minder chroom en meer zwart plastic). Van de Abarth verdwenen netals bij gelijknamige Fiat’s, het automerklogo, in dit geval het Autobianchi logo. Voortaan zag je alleen nog de legendarische schorpioen op deze unieke A112 versie. In 1975 volgde een nieuwe update. De auto kreeg nu grotere achterlichten mét achteruitrijlichten, en er verschenen luchtroosters op de C stijl. De Abarth werd alleen maar lekkerder, dankzij de introductie van een 70 pk sterke 1050 cc motor. In 1977 was het tijd voor serie 4, waarin het uiterlijk al meer op de finale versie begint te lijken. De grille werd breder onderaan en leek de vorm van een ‘A’ te hebben. Het interieur kreeg een grondige update, en was daardoor bijna geheel nieuw. Het middelste model de ‘Elegant’ kreeg nu een 48 pk sterke 965 motor, om zich meer van de ‘Normale’ te onderscheiden. In 1979 ging de vijfde ronde in en werden achterlichten opnieuw getekend, nu met mistlampen. De grille werd nu helemaal doorgetrokken totaan de koplampen, en aan de buitenzijde verscheen een zijspiegel die je van binnenuit kon bedienen. Naast de Abarth en ‘Elegant’ werden nu de ‘Junior’ en ‘Elite’ toegevoegd. De ‘Junior’ verving de ‘Normale’. De basisversie kreeg een exclusief tintje dankzij een panoramisch open dak met stoffen kap. De Elite was de luxe versie en had vijf versnellingen. Ook de Abarth kon je nu in z’n vijf zetten en de looks werden alleen maar sportiever, dankzij een luchtinlaat op de motorkap plus een badge. Het interieur kenmerkte zich door uniek klokwerk en stoelen met nagemaakt lederen bekleding. Dit topmodel werd in Zweden in de markt gezet als Saab A112. In 1982 volgde een zesde update. In dit nieuwe model werd in datzelfde jaar generaal Dalla Chiesa door de Mafia op Sicilië vermoord door een kogelregen. De luxe versie ‘Elegant’ werd vervangen door de ‘LX’, een benaming die veel op Lancia’s voor kwam.
In 1984 volgde de laatste zevende serie. De modellen Elite, LX en Abarth werden aangepast. De plaatsing van de achterste nummerplaat ging naar de vernieuwde bumper. De ruimte die tussen de achterlicht units overbleef, werd opgevuld met een reflector waarop de versienaam leesbaar was.
In 1985 bleef na de introductie van de nieuwe Autobianchi Y10, nog 1 versie een jaar in productie. Die versie had de kenmerken van verschillende voorgaande versies (‘Unificata’) en was uitgerust met 42 pk motor van de Junior. In 1986 ging de A112 uit productie. 1.284.179 exemplaren rolden in totaal van de band. Allen uit de originele Autobianchi fabriek te Desio. Autobianchi leefde vanaf toen als merk alleen nog voort in Italië, waar de nieuwe Y10 eerst nog geen Lancia logo kreeg in tegenstelling tot de buitenlandse markt. Daarna hield het merk op met bestaan. Het kleine merk kortstondige merk heeft al met een legendarisch model voortgebracht.
Wat ons betreft, vraagt dat om een herhaling. Een driedeurs niche Autobianchi onder de volgende generatie Lancia Ypsilon met vijf deuren. Wie weet.
[nggallery id=59]