Aanrader: Museo Storico dell’Automobile di Torino

Museo dell'Automobile di Torino

Zelfs tijdens de warmste Italiaanse zomers, heb je minstens een paar dagen dat -met name in Noord Italië- de lucht uiteindelijk zwanger raakt van een enorme hoeveelheid water. Terwijl de natuur de omgeving aardig verfrist, zou je in je vakantie bijvoorbeeld naar Turijn kunnen trekken, om langs de Po het onlangs vernieuwde Museo dell’Automobile te bezoeken. Afgelopen voorjaar hebben we al het nodige over dit museum geschreven, maar speciaal voor onze Zomert(r)ip, halen we dit graag nog eens aan. Bart van den Acker bezocht dit museum onlangs nog en maakt voor ons het volgende verslag;

Voor een land met een zo rijke autohistorie als Italië is het eigenlijk raar dat er geen echt nationaal automobielmuseum bestaat. Eerder dit jaar heeft het Museo dell’automobile di Torino zijn poorten geopend. Dat is gebaseerd op de collectie van het eerder in hetzelfde, geheel gerenoveerde pand gevestigde museum Biscaretti di Ruffia. Daarin stond een aantal heel beroemde Italiaanse auto’s en die zijn gelukkig behouden. De collectie is fraai, maar voor een nationaal automobielmuseum, een eerbetoon aan meer dan een eeuw de Italiaanse auto-industrie, vind ik het toch echt te kort schieten.

Wat me het meest stoort, zijn in dit verband de auto’s uit andere landen, waarvan niet duidelijk is waarom die hier staan. Begrijp me goed, een Jaguar E-type blijft een mooie auto en een NSU Ro80 is één van mijn grote favorieten, maar wat doen ze hier? Daar staat tegenover dat ik nogal wat auto’s mis die van groot belang zijn geweest voor de ontwikkeling van de Italiaanse industrie. Ik denk bijvoorbeeld aan een Alfa Romeo Giulia, een gewone Lancia Fulvia, of een Fiat 1300. Zelfs grote succesnummers als een Fiat 127, 128 of Punto, stuk voor stuk Auto van het Jaar geweest, zijn hier niet aanwezig.

Gelukkig staan er ook andere auto’s en er zijn exposities die wel zeer de moeite waard zijn. De Itala die in 1907 met overmacht Peking-Parijs won (het boek over die rit is verplichte kost voor wie van autohistorie houdt), de unieke Fiat Turbina of een Lancia D50 vind je eigenlijk nergens anders. Een Cisitalia 202 hoort hier ook thuis, net zo goed als een Maserati 250F. Het is ook mooi om een paar heel onbekende Italiaanse auto’s te zien, zoals de voor zijn tijd heel vooruitstrevende Bernardi uit 1896, of een Legnano, een Florentia of een Temperino en iets meer bekende merken als SPA, Diatto of Isotta Fraschini.

Erg leuk gevonden is een enorme luchtfoto van heel Turijn onder een glasplaat. Daarop staat een Fiat 500 (ook wel eens een mooiere gezien) en op de foto zijn precies de vestigingsplaatsen aangegeven van allerhande bedrijven die ooit voor de auto-industrie van belang zijn geweest. Natuurlijk wordt Turijn hier gezien als het kloppende hart van de Italiaanse auto-industrie, al zullen de Milanezen en Modenezen daarover een andere mening hebben. De galerij met bekende (en onbekende!) auto-ontwerpers is ook goed gevonden, waarbij ieder van hen een persoonlijke noot heeft aangebracht, in de vorm van een favoriet ontwerp, eigen meesterwerk en geliefd voorwerp.

Als je in Turijn bent en je hebt een paar uur de tijd, dan moet je dit museum beslist even gaan zien. Je vindt het aan de Corso Unità d’Italia 40 en de normale entreeprijs bedraagt € 8. Kijk ook op www.museoauto.it.


Deel dit artikel:

5 gedachten over “Aanrader: Museo Storico dell’Automobile di Torino

  • 9 juli 2011 om 11:01
    Permalink

    He, is die beige bicolore niet een Sportiva Spider, waarvan er maar twee zijn gebouwd (plus twee coupe’s) en welke om voor mij onbekende redenen – maar waarschijnlijk financiële – nooit in serieproductie is genomen. De andere rode Spider staat in het Museo Storico (of is dat de coupe?)

    Beantwoorden
  • 10 juli 2011 om 21:36
    Permalink

    Ah ja, ik vond de bicolore kleuren al verdacht, de Sportiva’s zijn eerder rood. De Sportiva heeft een gestileerder scudetto, maar deze concept heeft qua lijnen meer van de wonderschone Sportiva dan van de definitieve en ook wonderschone Giulietta Spider.

    Over musea gepsroken. Voor alle reizigers richting Italie en die eerst noodgedwongen door Frankrijk rijden, in de buurt van Vezelay in de Bourgogne zit een klein zeer schattig automuseum met alleen maar ex-staatslimousine’s. Dus van Giscard dEstaing e.d. Ik ben er een aantal jaren geleden geweest en helaas maar 1 of hoogstens 2 Italianen maar desalniettemin de moeite waard.

    http://www.linternaute.com/sortir/sorties/culture/museesautomobiles/6.shtml

    Beantwoorden
  • 12 juli 2011 om 14:55
    Permalink

    Het tweekleurige Spider-prototype van Bertone maakt onderdeel uit van de verzameling van Corrado Lopresta, die vrijwel uitsluitend stylingstudies en prototypes heeft verzameld. Er staan nogal wat auto’s van hem in dit museum.

    Deze Spider en de rode, die op tal van punten net iets anders is, waren voorstellen van Bertone voor een spider op Giulietta-basis. Om niet van afhankelijk te zijn van slechts een carrosseriebouwer (Bertone had het al zo druk met de Sprint) heeft Alfa Romeo destijds gekozen voor de Spider van Pininfarina. De rode was destijds in Amerikaans privebezit. Klopt het dat de fabriek die nu heeft?

    @piu migliore: of het museum in Vezelay nog bestaat, betwijfel ik. Op een veiling tegelijk met Retromobile (februari) is een flink aantal staatsieauto’s aangeboden, die volgens mij uit die collectie afkomstig waren.

    Beantwoorden
  • 12 juli 2011 om 17:29
    Permalink

    Die tweekleurige Spider-proto s wel even een mooie wagen zeg..
    Jammer dat deze nooit en masse geproduceerd is.
    Mooie ronde vormen zonder ook maar 1 scherpe vouw.
    Dit kom je tegenwoordig niet veel meer tegen, nu moet alles zo scherp en agressief mogelijk zijn best jammer.

    Beantwoorden

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.