Van Ghidella tot Marchionne: Fiat door het oog van de naald
‘De wonderdokter van Fiat.’ Hebben we het over Sergio Marchionne? Nee, het betreft de titel die werd toegedicht aan de onlangs overleden Vittorio Ghidella. Hij kreeg die titel in een fase dat Lee Iacocca deze als redder van Chrysler ook al had gekregen in Amerika. Ghidella bracht Fiat vanuit een uitzichtloze positie in de magere jaren ’70 een positieve ommekeer, vol van moderne kwalitatief veel betere producten, te beginnen met de Fiat Uno. Hij werd in die tijd omschreven als een hardwerkende man zonder fratsen. Hij werkte vanaf 1979 dag en nacht om de nieuwbakken Fiat-groep (Fiat Auto) aan een nieuwe toekomst te helpen. Hij kreeg daarvoor de steun van de familie Agnelli, die intussen noodgedwongen meer naar de achtergrond waren getreden. De hervorming van Fiat onder zijn leiding maakte hem geliefd, maar veroorzaakte ook veel tegenstand, vooral binnen Fiat zelf.
Ghidella was de man die met de juiste beslissingen Fiat klaarstoomde voor een rol als mondiale autobouwer. Helaas moest hij juist uit Amerika weg om Fiat weer gezond te kunnen maken. Hij probeerde weer een modern bedrijf neer te zetten, door het product veel meer op de wensen van de klant af te stemmen. Daarbij speelde ook de juiste marketingstrategie voor het eerst een belangrijke rol. De als zeer technisch begaafde man bekend staande Ghidella, stapte hiermee over zijn eigen schaduw heen. Hij besefte dat Fiat zich snel moest ontwikkelen om niet onder de voet gelopen te worden. Ghidella waarschuwde voor een Europese overcapaciteit en teveel overheidssteun, de sterke Japanse industrie, en de grote Amerikaanse concurrenten die uitgebreide samenwerkingen aangingen met Aziatische merken. We spreken over een tijd (de jaren ’80) waarin de Duitse autoindustrie nog veel kleiner was en dat Volkswagen zelfs kleiner was dan Fiat. Ghidella rationaliseerde Fiat en maakte het sterker in Europa en Zuid-Amerika. In 1984 werd Fiat onder zijn leiding de op een na grootste autobouwer van Europa en achtste in de wereld. Fiat en zelfs Lancia werden winstgevende merken. Samen met Agnelli was hij ervan overtuigd, dat tegen het einde van de twintigste eeuw nog maar 10 autobouwers goede overlevingskansen zouden hebben. Hij gaf Fiat een zeer goede kans om daarbij te horen al voorspelde hij in 1985 dat er 15 moeilijke jaren zouden komen.
Helaas kwam die voorspelling uit en werd hij eerst zelf slachtoffer (1988) toen zijn rivaal (de later van corruptie beschuldigde) Cesare Romiti het stokje weer overnam. Fiat gleed vanaf dat moment in een diep ravijn gedurende de gehele jaren ’90. In diezelfde periode groeide Volkswagen (vooral na de val van de muur en het aantreden van Ferdinand Piëch als opvolger van Karl Hahn) uit tot een van de grootste autobouwers in de wereld en had Fiat het nakijken. Fiat concentreerde zich vooral op de eigen markt, maar teerde nog altijd op successen uit Ghidella’s tijd. Pas na het aanstellen van Paolo Cantarella (1996) besefte Fiat zo goed als te laat, dat het een internationale stap moest gaan zetten. Begin jaren ’90 begon reeds de teloorgang van Fiat. De verkoopcijfers kelderden en werknemers van Fiat deden in kranten en dagbladen wanhopige oproepen aan de medeburger om Italiaans te blijven kopen. De nieuwe derde generatie Volkswagen Golf maakte het leven zuur van de Fiat Tipo, waarvan binnen vier jaar nog maar 148.545 exemplaren werden gebouwd in één jaar. Fiat zag het middensegment uit handen glippen en ging in korte tijd naar een veel lager marktaandeel. Volkswagen verkocht na de val van het ijzeren gordijn in één klap twee keer zoveel auto’s en gebruikte daarvoor op het juiste moment ook het merk Skoda. Dat merk ging binnen één jaar (1990-1991) van iets meer dan 20.000 auto’s, ineens naar bijna 50.000 auto’s per jaar. In de luxere segmenten gebeurde in iets minder rap tempo hetzelfde. BMW en Mercedes begonnen in Italië de langlopende Thema, Croma en 164 te verdringen. Maar het grootste gevaar kwam uiteindelijk van Audi dat vanaf 1991 explosief begon te groeien. Fiat liep met de ontwikkeling van nieuwe modellen (Cinquecento, Bravo/Brava, Marea, Dedra, 156, Kappa, 166) alleen nog maar achter de feiten aan en had te weinig slagkracht om nieuwe innovaties uit te bouwen. Successen uit de jaren ’80, toen het nog 1,5 miljoen auto’s per jaar bouwde, waren als sneeuw voor de zon verdwenen. In 1991 verkocht Fiat wereldwijd 638.190 auto’s. Goede nieuwe producten konden daar weinig verandering in brengen omdat Fiat te klein was geworden.
De ervaren Paolo Cantarella (samen met president Paolo Fresco) stond binnen 5 jaar voor een onmogelijke missie en Fiat stond vlak na de eeuwwisseling op instorten. Slimme nieuwe Fiat’s kwamen telkens te laat en hoogstaande modellen van Lancia en nieuwe creaties van Alfa Romeo, werden inmiddels op een bijna wereldvreemde manier op de markt gezet zonder een degelijk commercieel plan. Lancia en Alfa Romeo stonden uiteindelijk zelfs te koop. De positie in Zuid-Amerika (en Turkije) werd met het oog op overleving verder verstevigd, maar Europa gleed ondertussen onder de voeten van Lingotto weg. Andere markten bleven daardoor nagenoeg onbereikbaar hoewel Fiat er niet volledig afwezig was (India, China, Rusland).
In 2003 werd Sergio Marchionne aangesteld in een ultieme poging het bijna failliete Fiat weer gezond te krijgen. Fiat ontworstelde zich in eerste instantie op knappe wijze uit de greep van GM en maakte daarmee een sprong uit het diepe. Na een periode van grondige saneringen werd Fiat in 2006 weer winstgevend. Het ontwikkelen van nieuwe technieken kregen de hoogste prioriteit samen met kostenbesparende maatregelen. Fiat was daardoor uiteindelijk voldoende vitaal om een samenwerking aan te gaan met het in problemen verkerende Chrysler in 2009. Fiat onderging als bedrijf een herstructurering en nam de leiding over het productieplan van Chrysler. In Italië en Europa wordt er intussen geïnvesteerd in fabrieken en maakt men zich klaar voor toekomstige productieplannen. In Brazilië heeft Fiat als merk en fabrikant altijd een voorsprong kunnen behouden, waardoor dat land steeds meer nieuwe ontwikkelingen voor z’n rekening zal nemen. Intussen is er ook in China en India een hernieuwde strategie uitgestippeld via nieuwe allianties. Fiat is weer in Amerika op de markt verschenen en maakt zich klaar voor de introductie van Alfa Romeo in dat land. Lancia heeft opnieuw bestaansrecht verkregen dankzij een samensmelting met het merk Chrysler. In juni 2011 is Fiat met 52% grootaandeelhouder geworden in Chrysler. Chrysler groeit en heeft z’n schulden aan de staat inmiddels afgelost.
Alhoewel ik grote bewondering heb voor wat die man allemaal tot nu toe heb gedaan, wordt het nu toch echt de hoogste tijd voor meer modellen in de showroom. Ik las een dergelijk bericht ook in Autovisie.
Je kunt wel kritiek hebben op de Duitse automobielindustrie maar ze voeren wel een consequente modellenpolitiek. Bij Fiat lijken alleen de Punto en Panda daarvoor in aanmerking te komen. Bij Lancia alleen de Ypsilon. Wellicht is dat ook de belangrijkste reden voor het succes van die modellen. Nu nog een stoere versie van de Ypsilon. Net als het oranje concept van de vorige versie met als ik mij goed herinner 150 pk.
Eigenlijk heeft Fiat weer een briljante Giacosa nodig die voor Sergio Marchionne weer echt mooie auto’s kan ontwerpen.
Schitterend artikel!
Ik zit voortdurend te kankeren op Marchionne dat die man dringend wat nieuwe modellen moet brengen, maar zoals inderdaad uit het artikel blijkt, ligt de schuld uiteraard niet bij hem. Hij zit met die kwalijke erfenis uit het verleden die je natuurlijk niet zomaar kan opgelost krijgen. Terug financieel gezond worden was natuurlijk prioritair alsook technisch-innovatief sterker worden. Dat hebben we dus al achter de rug.
Ik kijk alvast uit naar 2012/2013 als de lading nieuwe modellen zullen komen. Hopelijk gooit die FIOM vakbond geen roet in het eten…
Ik zeg niets. 😯
Ga gerust je gang hoor… 😀
In het andere topic brandt het water nog steeds. 😛
Ja inderdaad een goed stukje.
Maar ik mis toch nu nog een beetje “door het product veel meer op de wensen van de klant af te stemmen” Daar zijn ze wel mee bezig maar te kort.
Het lijkt me niet z’n heel groot probleem om het de huidige middelen een beter aanbod te hebben. Ik ben het met Lusso eens dat hij (MS) met een erfenis zit. Maar dat wil niet zeggen dat er nu geen opties zijn die het huidige aanbod sterk verbeteren.
Dit neemt niet weg dat ook nieuwe modellen een vreemde politiek volgen.
Mito
78PK
85PK 0.9 Twin air ?
105PK 0.9 Twin air gaan geruchten over maar waneer?
105PK Geen TCT
135PK Ook met TCT geen Q4
170PK Geen TCT/Q4
85PK 1,3 JTDm2
120 PK 1,6 JTDm
GTA?
Giullietta
105PK Geen TCT
120PK Geen TCT
Geen 135PK Man/TCT
170PK Man/TCT Geen Q4
Geen 200 PK Man/TCT/Q4
235 PK QV geen TCT/Q4
105PK 1.6 JTD
Geen 120 PK 1.6 JTD Man/TCT
140 PK JTD geen TCT
170 PK JTD 2.0 Man/TCT geen Q4
GTA?
159
200PK TBI geen TCT/Q4
235 PK TBI ?
140PK 2.0 JTDm geen TCT/Q4
170PK 2.0 JTDm geen TCT/Q4
en waar zijn de:
120PK 1.6 JTDm
2.0 JTD twin turbo als vervanger van de 2.4
1.4 140/ 170 PK ook met TCT
GTA?
Een waardige V6? (Busso met multi air en turbo’s)
4C
170PK 1.4 man/tct? Nog lichter en leuke instapper.
235PK TCT
Een QV?
280PK 1750 biturbo? GTA
Als 2.0 V6 biturbo (6C) (1.4 ingekort (3 pitter) dubbel uitgevoerd)
Waarom zijn de oude 120/155PK fire motoren nooit in de 147 en GT gelepeld beter bij de tijd dan de 1.6/1.8/2.0 ook al waren dat mooie blokken maar wel verouderd. of de 155PK en nieuwe Multi airs niet in de 159/brera/spider motoren die beter hadden gepresteerd dan de 1.8/1.9 en zelfs de 2.2 motoren die de bera/spider fataal zijn geworden en een zijde draait voor de 159. De techniek is er waarom niet aanbieden wat je op de plak hebt. Helemaal voor de nieuwe modellen slaat deze politiek nergens op Waarom de ene combi wel op de een en niet op de ander. Sterker nog waarom in een nieuw model een oude motor die je juist bij andere hebt vervangen volslagen idioterie vul dan op zijn minst het vermogens gat met de 135/140PK 1.4 MA en als je dan nog teveel oude hebt staan doe die dan in de rams op een ander model en in ander FGA’s. Dit zijn dingen die heel makkelijk te realiseren zijn/waren met de middelen die men heeft/had. (1.4 1,75 en 2.0 D zijn allen met TCT uit gerust op enkele modellen en uitvoeringen dat kan simpel en eenvoudig op meer)
En ik weet diverse potentiële kopers/leaser’s die wegens het gebrek aan een breed programma/opties afhaakten. Of wegens een gebrek aan duidelijkheid ten spijt een ander product kochten.
Alfa/FGA red het niet op een paar gekken als ik die dan maar vreten wat de pot schaft.
Aan ja over een x tijd komt er wellicht een model uit met… of nee daar s niets overbekend zou kunnen misschien over een tijdje daar haal je geen klanten mee binnen naar zet je ze mee buiten (op weg naar de concurrent die wel een breed aanbod heeft. En probeer die later maar eens als nog binnen te hengelen als klant.
Ook al zijn er plannen voor uitbreiding. Lever dan op zijn minst wat je wel hebt en ga dan niet zeggen nee sorry niet op dit model ja wel daarop maar niet op deze en visa versa.
Ik vind het wel knap wat MS voor elkaar bokst maar ik mis wel een beetje de automan in hem een goed econoom dat wel die toch de boel er weer ophelpt. Maar wat hoop ik toch dat hij dit eens leest en denkt van he wat andere merken al jaren doen willen FGA klanten stiekem ook. Maar ze blijven te veel dit is wat we hebben en dat kun je krijgen en niet de klant is koning (“door het product veel meer op de wensen van de klant af te stemmen”) Echt zo werk het!!!!! Zie het niet zo door mij gewaardeerde oer saaie VAG op de Spaanse en Italiaanse tak na dan. Dankzij Walter zijn overigens de 20 jaar of nog ouder diverse malen herziene basis ontwerpen wel sterk verbeter qua belijning maar ja in een A4 avant zie ik nog steeds heelduidelijk een 80 mark II en ofver de 911 zullen we het maar niet hebben. Wel knap dat je dat nog steeds als warme broodjes weet te verkopen.
VAG is niks,
En Laten we hier heel duidelijk zijn als je iets niet wilt is bij VW met Alfa Romeo, Arese komt nooit meer terug punt ook niet bij VW. Alfa Romeo’s worden dan in Martorell gemaakt inplaats van Italie. Duitsers zijn geen mensen die kijken naar een merk en die werken vanuit die basis verder. Suzuki is een mooi voorbeeld dat de Japanse Dacia moet worden terwijl Suzuki gewoon een prima merk is en zeker geen budget merk.
De enige Alfa Romeo producten waar Sergio verantwoordelijk voor is de Mito en de Guilleta de rest niet dat is voor zijn tijd.
Deze modellen zijn perfect gemaakt en staan zeer goed in de markt ook de mito die nu in Nederland steeds beter is gaan doen zeker de 14% uitvoering. Alfa Romeo zal zijn eigen broek moeten ophouden financieel dat is jaren lang niet gebeurt dat was ook een Fout van FIAT. Er word momenteel heel hard gewerkt omdat te gaan realiseren nu komen er de juiste auto’s in de juiste tijd met de beste Alfa Romeo waarde. Alleen het klopt dat er een gat is en er is een tijd lang paniek voetbal gespeeld en daar komt nu verandering in. Ik moet zeggen ik vind het momenteel rustig bij de Italianen ondanks dat er veel onrust is in Italie maar FIAT staat heel sterk en steeds sterker!!
Ciao
Squadra Alfa Romeo komt er wel!!
met het teren op het verleden maak je geen geschiedenis maar doortastend zijn en durf hebben. Thumbs up for MS.