Minister Romani wijst vakbondsvoorzitter de deur
Doorgaans kan de nieuwe Italiaanse minster van economische ontwikkeling Paulo Romani heel goed met dames zoals te zien is op deze foto met onze Nelie.
Afgelopen donderdag was dat wel even anders. Nu is Susanna Camusso wat het begrip ‘dames’ betreft van een hele andere orde -ook al is Nelie ook niet de meest malse- en doet ze nu al niet onder voor haar voorloper Guglielmo Epifani. Haar aanstelling als eerste vrouwelijke voorzitter van de CGIL is de boeken in gegaan als een historisch moment in de grote -lees roerige- geschiedenis der Italiaanse vakbonden. Camusso staat al jarenlang bekend als een echte ijzeren dame. Dat blijkt vooral nu ze direct lijkt te willen aftrappen met grote landelijke stakingen.
Toch heeft de potige Milanese arbeidersvrouw al een eerste tegenslag moeten incasseren. Minister Romani heeft namelijk het verzoek om een nieuw overleg met de leiding van Fiat direct van de hand gewezen. De Milanese econoom heeft zich niet laten conditioneren door zijn stadsgenote, wat voor Camusso redelijk als een donderslag bij heldere hemel is overgekomen. Hiermee neemt de in crisis verkerende regering Berlusconi nu eigenlijk voor het eerst direct afstand en een zeer duidelijk standpunt in. Dit is uiteraard in het voordeel van de fabrikant met haast, en in het nadeel van de traditioneel agerende vakbond.
Terwijl alle andere bonden in de meest creatieve bewoordingen steeds meer opschuiven richting Marchionne’s Fabbrica Italia, heeft de FIOM nu als reactie direct een staking aangekondigd voor januari.
Romani had nog wel de positieve mededelingen over Termini Imerese voor Camusso in petto, maar het is maar zeer de vraag of dit na de eerste teleurstelling nog bij haar is aangekomen. De minister gaf aan dat een overleg met participatie van de overheid alleen nut heeft als geen van de partijen ook maar enigszins akkoord kunnen gaan (de meest bonden doen dat dus wel). De minister heeft aangegeven eerst te willen zien hoe een plan als Fabbrica Italia zich kan ontwikkelen. Hiermee zijn de paar felle afdelingsleiders van de bond die zoveel roet in het eten kon gooien, meer in de positie gekomen van ‘blaffende honden’.
Camusso noemde de houding van de minister onverantwoord. Ze heeft echter wel de extremere achterban van de FIOM erop gewezen dat men moet blijven aansturen op overleg en dat verantwoordelijkheid nemen een groot goed is. De FIOM haalt intussen boven tafel wat er boven tafel valt te halen, en stelt dat moeders van de fabriek in Termoli in hun eigen tijd moeten afkolven en dat van de fabrieken in Melfi en Mirafiori enkele duizenden werknemers de werkdruk niet lang meer aankunnen. Het zijn echter allemaal argumenten die niet langer het grote plan Fabbrica Italia tegen lijken te kunnen houden.