Nederlands Mille Miglia team gaat in een 8C 2300
Ing. Vittorio Jano is vanaf 1924 verantwoordelijk voor de technische ontwikkeling bij Alfa Romeo. Na de succesvolle types 6C1500 en 6C1750 was de 8C2300 een logische volgende stap. De achtcilinder ontstond theoretisch simpel door aan de zescilinder twee identieke cilinderbussen (65 x 88 mm), zuigers, drijfstangen toe te voegen. De langere krukas was niet uit één stuk te maken, waardoor de achtcilinder lijnmotor ook als twee gekoppelde viercilinders kan worden gezien. Jano maakte handig gebruik van deze complicatie, door de nokkenassen en de compressor mechanisch in het midden van de motor aan te drijven.
Voor de 8C2300 zijn twee chassis ontwikkeld, kort en lang, te gebruiken voor verschillende doelen. De wedstrijdauto’s en tweezits spiders maakten in principe gebruik van de korte versie die beter wendbaar was. Het chassis met lange wielbasis was vooral bedoeld voor stijlvolle coupé’s en ‘berlina’s’. De grote uitzondering geldt voor de versies waarmee werd gereden in de 24 uren van Le Mans. Reglementair moesten de deelnemende auto’s in de Franse klassieker in deze periode vierpersoons auto’s zijn. Daarvoor leende juist het lange chassis zich uitstekend, maar dan met ranke koetswerken van Zagato en Touring. In Le Mans bleek het potentieel van de 8C2300 als eerste. In 1931, het debuutjaar van het type, won de Britse equipe Lord Howe/Sir Henry Birkin de prestigieuze wedstrijd in West-Frankrijk. Voor Birkin was het al zijn tweede overwinning (Bentley, 1929). De ‘lange’ 8C2300’s bleken ook de drie daaropvolgende jaren ongenaakbaar in Le Mans. In vele andere wedstrijden waren het juist de korte versies die veelvuldig met de hoogste eer gingen strijken, ingezet door het Alfa Romeo-fabrieksteam, Scuderia Ferrari en vele privé-inschrijvingen.
De wedstrijdversies van Scuderia Ferrari zijn in 1934 opgeboord tot 2.600 cm3. Voor Jano was de logische volgende stap in de ontwikkeling de 8C2900, die in tal van gedaanten eveneens zeer succesvol was. De 8C2300 geldt echter bij uitstek als een van de auto’s die zowel in de racerij als in ‘straatversie’ tot de absolute top in zijn tijd behoorde.
De rode 8C2300 ‘Lungo’ uit de collectie van het fabrieksmuseum waarmee Prins Bernhard van Oranje en Allard Kalff gaan deelnemen aan de Mille Miglia 2010 stamt uit 1931. De auto is kort na het debuut van het model via de Engelse Alfa Romeo-importeur verkocht aan Sir Henry Birkin. Kort na aflevering won Birkin de Eireann Cup met deze Alfa en dat was direct het eerste sportsucces voor de 8C2300. De overwinning in Le Mans behaalde Birkin echter met het privé-exemplaar van Earl Howe. De auto van Birkin is in het midden van de jaren zeventig terug gevonden in Nigeria, naar Italië gehaald en door de fabriek gerestaureerd. Sindsdien wordt de auto veelvuldig ingezet voor evenementen met klassieke auto’s, zoals de Mille Miglia, Festival of Speed, Le Mans Classic, Mille Milas Sport Argentina en Gran Premio Nuvolari.
[nggallery id=276]